Zittend op zijn campingstoeltje (of iets wat er op lijkt, maar voor mij is het gewoon een campingstoeltje) kijkend naar voeten van een olympische atleet. Alleen naar de voeten? Ja, alleen naar de voeten. Starend. Bijna een obsessie heeft hij ervoor. En wat gebeurt er na een actie van de olympische atleet? Dan zwaait “Meneer Campingstoeltje” met een vlaggetje. Een witte of een rode. Met zijn hoedje op.
Zomaar een zomeravond. Kijkend naar de Olympische Spelen in London op televisie. Ik let in het geheel niet meer op de prestaties van de atleten. Die atleten duwen vernietigend een grote bal richting een grasmat. Zo ver mogelijk. Anders win je niet. Maar de atleten trekken mijn aandacht helemaal niet meer. “Meneer Campingstoeltje” trekt mijn aandacht. Zwaaiend met zijn vlaggetjes. Een hoedje op. Allemaal trouwens. Zijn collega “campingstoeltjes” hebben ook allemaal een hoedje op. Niet allemaal vlaggetjes trouwens. Die heeft alleen “Meneer Campingstoeltje”.
“Meneer Campingstoeltje” heeft een hoedje, vlaggetjes en een campingstoeltje! Zo’n klap ding. Ik herinner ze me nog van vroeger. Werd je te zwaar, dan scheurde je door de zitting van je campingstoeltje. De vlaggetjes interesseren me geen bal. Ik wil een campingstoeltje! Een campingstoeltje gaat het helemaal worden in 2013. Let maar op!